donderdag 16 juli 2015

Daar

Ver weg
Alles kapot
Is gemaakt
Om te helen
Daar onder het donkere ligt
de luchtigheid verzonken
in het onbeladen
Onuitgesproken gevoel
Is nooit weg geweest
Of daar geweest
Slechts geparkeerd
Om te herleven

maandag 13 juli 2015

Dag

Het is alsof je nooit bestaan hebt
En toch leef je in me

zondag 15 juni 2014

Gemist

Een gemis van dagen
begint te dagen
Als lak van vernis
op mijn helder verstand
Wij dolend in een doolhoof
van hopeloos verlangen
Het onbevange is op zoek
naar de tijd, al die tijd
Waar zoek je,
als je niet wilt vinden in je zelf?

donderdag 13 maart 2014

maandag 13 januari 2014

Getergd

Jij met je manisch geneuzel
tergend langzaam geĆ«rger 
van mijn zenuwen
de inzinking nabij drijf je me
verder van mij af
als stuurloos zonder wal
drijvend schip gaat overboord als piraterij
neem dan mij, neem mij dan mee
ver weg van verwoestende landlopers
aarde dolers
aardappelpoters
vanuit mijn mast naar de sterren
een ander jaargetij
voor mijn part het verleden
mijn hemel ik zie de hemel
vlak in onze hel



zaterdag 11 januari 2014

Keek

Angstvallig bevallige jonge dame
Ik overval je vast met mijn interruptie
maar mijn grandioze liefde voelt als mijn corruptie
een erosieve dynamiek vol chemie 
wij zijn er een als explosief brandgevaar
stuurloos
hopeloos
grandioos
en ik ontkom er niet aan

zaterdag 28 december 2013

Lokaal 44

Gedachten die dagen te dagen
in mij leeft nog zoveel
dat aan jou kleeft

dinsdag 17 december 2013

maandag 25 november 2013

Val

Terwijl ik al spartelend op de grond lig, beschouwend wat er zojuist is gebeurt voel ik een enorme dreun. Een knal die zich samenspant op mijn hoofd en wegvloeit van mijn kaken naar mijn hart. Het is alsof de pijn zich een weg naar binnendringt in mijn mond, vervloeit naar mijn keel en daar met een intens grote kracht, als een ferme hand rondom mijn hart samenknijpt. Ik voel het bloed langzaam wegtrekken uit mijn organen, mijn ledematen voelen week en alles wat ik voel lijkt stil te staan. 
Ik kan me niet bewegen, mijn adem stokt en terwijl ik naar adem hap, knijpt mijn hart nog meer samen. Of, dat doe zij.
Ik voel hoe ik moet kokhalzen, hoe mijn verlamd voelende lichaam ongewild toch in beweging komt en alles in mij weg wil. Vluchten, weg van de bedreiging en het laten stoppen van de pijn.
Mijn geest, in totaal geshockeerde toestand voelt te zwaar om mij enigszins te kunnen veroeren.

Haar stem, venijnig en scherp als het geluid van een schuurmachine, waar het hout knerpend en lijdend schreeuwt omdat het niet geschaafd wilt worden, haar gezicht waar alleen haar ogen en mond bewegen, ik kan er alleen naar kijken en wil het liefst dat ze stopt. Stopt met het uitspreken van alles wat ik niet wil horen.

Terwijl ik beweegloos op de grond lig, lijkt het enorme lawaai wat zich zojuist aan mij voltrok ineens gedempt te zijn. De kou en hardheid van metaal onder mij dat op dit moment als zacht schild bescherming bied. Het natte asfalt dat troost bied en hoe onveilig ik me ook voel. Hier wil ik blijven.
Even blijven liggen, in een bewust comateuze toestand waarin ik even niets hoef te zijn.

Zijn kracht, waarmee hij me met geweld aan mijn kraag omhoog hijst, en neerzet op mijn kapot voelende knie. Zijn stem, die zwaar en beschuldigend klinkt, maar de angst in zijn ogen die dit weerspreken. Zij, die me aanspreekt en vraagt of het wel met me gaat. Hij die me aansprak met meneer, die als een ongeleid projectiel, wild gebarend met zijn handen om god lijkt te bidden.
Het maakt me allemaal niets uit, ik zit daar en al dat ik voel is mijn knie, de pijnscheuten die ik eerder zo intens gevoeld heb, weggedrukt op de achtergrond.

Alles valt samen, haar dreun, mijn aanrijding, zijn woede en mijn angst.
Een ding hebben ze gemeen. Door haar dreun en zijn onoplettendheid werd de grond onder mijn voeten weggevaagd. Terwijl ik in de lucht vloog, en wist dat ik neer zou komen kon ik mij niet verroeren. Het was alsof mijn lichaam zich samenspande, voorbereidend op de klap die zou komen en mijn wereld meer onveilig wilt laten voelen dan dat ik zou willen.
Of misschien was het wel de illusie dat mijn wereld vanaf dat moment onveilig zou aanvoelen.

De woorden, de lading, de volgorde van de letters, medeklinkers en de klank ervan tolden rond in mijn hoofd. "Je zou eens meer luchtigheid in je leven moeten aanbrengen".
Luchtigheid
Terwijl ik daar zweefde, in de lucht. Enkele secondes loskomend van alle zwaartekracht in mij. 
Waar zou ik neerkomen? En hoe snel zou ik weer opstaan?
Gewond? Gedempt? Reddeloos?
Terwijl ik met een smak weer op aarde terug werd gesmeten, lag ik daar.
Enkele levenslessen verder. Maar de pijn was door de angst bijna niet meer voelbaar. Zou ik nu pijn moeten voelen of eerder de opluchting dat beide gebeurtenissen me nieuw leven zouden inblazen?


vrijdag 23 augustus 2013

Blikvanger

In beschonken toestand voel ik al mijn nekspieren samenspannen
tegen het ongedroomde leven.

Geluk is als een ongeopend koekblik.

Het verlangen naar de innerlijke lekkernij die in deze maatschappij 
bijna verboden blijkt te zijn.
Het is crisis, 
in mezelf


IK BEN TAM

Mijn foto
Ik slik woorden in en spuug letters uit.